Diefstal is een veel voorkomend misdrijf. In het Wetboek van Strafrecht wordt diefstal strafbaar gesteld in artikel 310: “Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.” Om voor diefstal veroordeeld te worden, moeten de volgende criteria doorgaans bewezen worden: Wederrechtelijke wegneming: De dader moet zich wederrechtelijk (zonder toestemming) meester maken van een goed dat aan een ander toebehoort. Dit betekent dat de dader het goed wegneemt zonder rechtmatig recht of toestemming om dat te doen. Goed: Diefstal betreft de wederrechtelijke wegneming van goederen. Dit kunnen fysieke objecten zijn, maar ook geld, elektronische bestanden, energie (zoals elektriciteit of gas) of andere waardevolle zaken. Eigenaar: Het goed moet aan een ander persoon of entiteit toebehoren. In de meeste gevallen is de eigenaar degene van wie het goed is gestolen, maar het kan ook iemand zijn die het goed in zijn of haar bezit heeft, maar niet de eigenaar is. Opzet: De dader moet opzettelijk handelen, wat betekent dat hij of zij de intentie moet hebben om het goed weg te nemen en te houden, wetende dat dit zonder rechtmatige toestemming is. Voltooide handeling: Er moet sprake zijn van een voltooide handeling van wegneming, zelfs als de dader niet daadwerkelijk in staat is om het gestolen goed mee te nemen. Bijvoorbeeld, als iemand een portemonnee steelt maar deze later teruglegt zonder iets mee te nemen, kan dit nog steeds als diefstal worden beschouwd. StraffenEr is dus een maximumstraf van 4 jaren gevangenisstraf van toepassing voor een “gewone” diefstal. Bij inbraak, diefstal “in vereniging” (waarbij twee of meer personen samenwerken) is een hogere straf mogelijk, namelijk 6 jaar gevangenisstraf (artikel 311 Wetboek van Strafrecht). Bij een diefstal met geweld is een nog hogere straf mogelijk (9 jaar, of zelfs 12 jaar als dit in samenwerking met iemand anders gebeurt, artikel 312 Wetboek van Strafrecht). Die hierbovengenoemde straffen zijn maximumstraffen. Welke straf geeist wordt is afhankelijk van de omstandigheden waaronder het delict begaan is en van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Verweren tegen een verdenking van diefstalBij beschuldigingen van diefstal kunnen verdedigingen worden gevoerd om de aanklacht te betwisten. Hier zijn enkele veelgebruikte verweren voor diefstal: Ontbreken van opzet: Een verdediging kan beweren dat de verdachte geen opzet had om te stelen. Bijvoorbeeld, als de verdachte per ongeluk een artikel in zijn of haar tas stopte zonder het te beseffen, kan dit argumenteren dat er geen opzet was om te stelen. Toestemming: Als de verdachte toestemming had om het betreffende goed mee te nemen, kan dit als verdediging dienen. Bewijsproblemen: Soms kunnen wij als advocaten beweren dat er onvoldoende bewijs is om de beschuldiging van diefstal te ondersteunen. Bijvoorbeeld, als er geen duidelijke getuigenverklaringen of camerabeelden zijn die de diefstal ondersteunen, kan dit als verdediging worden aangevoerd. Meer weten over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact met ons op. |